Buitengewoon

Sinon vertelt zijn versie over het vertrek van de Grieken. Kassandra waarschuwt zoals altijd tevergeefs en Laokoön waarschuwt ook tegen het paard, maar dan rijzen er twee monsters op uit de golven.

Tijdens de Trojaanse Oorlog wekte de priester Laocoön de woede van de Griekse goden op, die slangen stuurden om hem en zijn twee zonen te doden. De legende werd populair nadat in 1506 in Rome een monumentaal, oud marmeren beeld van Laocoön en zijn zonen werd opgegraven.

Laocoön is El Greco's enige bekende mythologische schilderij. Hij situeerde het tafereel niet in Griekenland, maar in de stad Toledo in Spanje, zijn geadopteerde thuisland.

El Greco vond dat kunst de geest moest prikkelen en niet slechts de natuur moest kopiëren. Hij gebruikte langgerekte, kronkelende figuren, vervormde ruimte en botsende kleuren om emoties levendig uit te drukken.

 

Onder: Opgraving van Troje gezien vanuit de lucht. 

Laokoön

 

 

 

De Laocoöngroep, ook wel Laocoön en zijn zoons genoemd, is een marmeren beeldengroep, mogelijk uit de periode 40-20 v.Chr., die in 1506 werd gevonden in een wijngaard in Rome.

De Romeinse schrijver Plinius beschreef een beeldengroep met dit onderwerp die stond in het paleis van keizer Titus en werd gemaakt door Hagesander, Polydorus en Athenodorus van Rhodes. De Laocoöngroep staat nu in de Vaticaanse musea in Vaticaanstad en is een van de pronkstukken van de Vaticaanse collectie.

De Laocoöngroep is een van de beroemdste beeldengroepen uit de Oud-Griekse beeldhouwkunst. Het beeld stelt de Trojaanse priester en ziener Laocoön met zijn twee zoons, Thymbraeus en Antiphantes, voor. Het beeld staat in het Museo Pio-Clementino in de Vaticaanse Musea in Rome. Het verhaal achter deze afbeelding is dat de Trojaanse priester Laocoön de Trojanen wilde macht om het paard van Troje niet binnen te halen. Volgens de overlevering werden de priester en zijn zoons vervolgens gewurgd door slangen van Poseidon. Uitgebeeld wordt het moment waarop Laocoön en zijn zoons gewurgd worden door twee slangen die gestuurd worden door Poseidon (van Pallas Athena).

Pieter Claesz Soutman

(c1601-1657) Soutman werd geboren en stierf in Haarlem, waar hij een tijdgenoot was van Frans Hals, Hendrick Gerritsz Pot en Pieter Claesz, en lijkt door alle drie beïnvloed te zijn, gezien de verschillende toeschrijvingen van zijn schilderijen door de eeuwen heen. Volgens het RKD was hij de jongste van zes kinderen van de rijke katholieke eigenaar van de Haarlemse bierbrouwerij De Werelt. Volgens Houbraken leerde Soutmann bij Peter Paul Rubens in Antwerpen. Hij moet succesvol zijn geweest, want Samuel Ampzing noemt hem in zijn gedicht over Haarlem.[2][3] Waarschijnlijk tijdens het bezoek van prins Władysław Vasa aan Antwerpen in 1624, werd hij door Rubens aanbevolen als een uitstekend schilder. Datzelfde jaar ging hij naar Polen, waar hij werd benoemd tot koninklijk hofschilder. Soutman was tot 1628 in dienst van koning Sigismund III Vasa, toen hij terugkeerde naar Haarlem. Hij was waarschijnlijk regent van het hofje van Codde. Soutman werd een gerespecteerd portretschilder in Haarlem en kreeg vele opdrachten voor groeps-portretten, waaronder lucratieve schuttersstukken.

Laocoön en zijn twee zonen worden gewurgd door slangen.  - Pieter Claesz Soutman

"Men bemint de verrader, maar men haat hem als het verraad eenmaal gepleegd is."

Plutarchus

Griekse historiograaf en filosoof (46 - 120)

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb